God had een bevel. Hij gaf aan Mozes tien wetten voor het volk Israël. 

1. Alleen God is de heer. Geef dus alleen hem eer.

2. Maak geen beelden voor andere Goden, dat heeft God verboden. Dien die goden dan ook niet. Het is God die alles ziet.

3. Vloek niet met de Naam van God. Je maakt Hem helemaal kapot.

4. Rust op de dag die God je geeft. Het is niet voor niets dat hij deze dag uitgekozen heeft.

5. Hou van je ouders, zij zorgden voor jou. Blijf ze dus altijd trouw.

6. Vermoord niemand, denk er niet eens aan. God heeft je niet geschapen om iemand dood te slaan!

7. Als je getrouwd bent, ga niet uit elkaar. Het leven wordt alleen maar zwaar.

8. Steel niets wat van een ander is, met wat je zelf hebt is niets mis.

9. Vertel geen dingen die niet waar zijn, voor je het weet ben je zelf klein.

10. Als een ander iets heeft, hoef jij dat niet ook meteen. Alles meteen hebben waar een ander trots op is, is gemeen.